Minister Rob Jetten voor Klimaat en Energie is van plan de Gasunie aan te wijzen om een waterstofnetwerk te ontwikkelen op de Noordzee. Dat heeft hij vrijdag aan de Tweede Kamer laten weten.
Waterstof op zee, waarbij waterstof met behulp van windenergie wordt geproduceerd en via waterstofleidingen vanaf de Noordzee aan land wordt gebracht, gaat een belangrijke rol spelen in de energietransitie. Bij de verdere doorgroei van windenergie op zee na 2030 verwacht het kabinet dat naast elektriciteit er ook waterstof op de Noordzee geproduceerd zal worden. Hiervoor is een waterstofinfrastructuur nodig.
Bij waterstof op zee wordt van de geproduceerde windenergie meteen waterstof gemaakt die via buisleidingen naar wal gaat. Zo’n buisleiding kan veel energie transporteren waardoor je met één leiding energie van verschillende plekken op zee kunt verzamelen en naar land kunt brengen. Mogelijk dat een deel van de bestaande gasinfrastructuur in de Noordzee, net als het waterstofnetwerk op land, hiervoor kan worden hergebruikt als deze tijdig beschikbaar is.
De Noordzee is voor de waterstofontwikkeling erg belangrijk, ook internationaal. Afgelopen zomer ondertekende Nederland met Denemarken, Duitsland en België de Esbjerg-verklaring waarin zij afspraken de Noordzee als ‘groene energiecentrale’ te ontwikkelen. In 2030 willen ze 65 gigawatt aan windenenergie op zee produceren, waarvan 20 gigawatt bestemd is voor het maken van groene waterstof.